
Xaviera Jessurun: ‘Intrekken diplomatiek paspoort is diplomatieke dwaling van Bouva’
| waterkant | Door: Redactie
Xaviera Jessurun heeft hard uitgehaald naar minister van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Samenwerking in Suriname, Melvin Bouva, naar aanleiding van het bericht dat haar diplomatiek paspoort zou zijn ingetrokken.
Volgens Jessurun, die door het Surinaamse Openbaar Ministerie (OM) sinds 2 februari 2025 als verdachte is aangemerkt in een lopend strafrechtelijk onderzoek in de strafzaak van de SLM, past de maatregel in een rancuneuze politieke agenda van de huidige regering.
(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
In een uitgebreide verklaring noemt zij het besluit een diplomatieke dwaling, genomen op niet-juridische gronden en in strijd
Jessurun benadrukt dat het verstrekken van een diplomatiek paspoort een bevoegdheid is van de minister, maar stelt dat het intrekken ervan zonder juridische basis en zonder rechterlijk oordeel neerkomt op willekeur. Een diplomatiek paspoort, zo stelt zij, biedt praktische faciliteiten voor internationaal functioneren en heeft geen enkele invloed op strafrechtelijke procedures of het ontlopen daarvan. Zij benadrukt dat zij volledig meewerkt aan de lopende bezwaarschriftprocedure in de strafzaak die sinds 2022 speelt.
Volgens Jessurun is minister Bouva bovendien slecht geïnformeerd. Zij stelt sinds 2023 in het bezit te zijn geweest van een diplomatiek paspoort in
De voormalige functionaris plaatst het besluit in een bredere politieke context. Volgens haar lijkt het intrekken van het paspoort vooral bedoeld om de achterban van de nieuw aangetreden regering tevreden te stellen. Zij wijst erop dat dezelfde politieke spelers die nu aan de macht zijn, eerder het veld moesten ruimen na de verkiezingsuitslag van 2020. In haar woorden voedt deze actie vooral ‘politieke rancune’ en geen rechtsstatelijke belangen.
Jessurun stelt zich daarnaast uiterst kritisch op tegenover de rol van het Openbaar Ministerie, de politiek en delen van de media. Zij spreekt van een ‘juridisch gedrocht’, waarin de procesorde ernstig zou zijn geschonden en waarbij sensatie en publieke veroordeling de plaats hebben ingenomen van zorgvuldige rechtsgang.
De schade aan haar reputatie, familieleven, professionele carrière en privacy noemt zij blijvend en mogelijk onherstelbaar.
Zij werpt indringende vragen op die tot nu toe onbeantwoord blijven: zal er ooit eerherstel volgen als zij in het gelijk wordt gesteld? Zullen de media dan net zo voortvarend zijn in hun berichtgeving? Zal de minister die nu een nota de wereld instuurt, ook bereid zijn publiekelijk excuses aan te bieden? En zal de Staat verantwoordelijkheid nemen voor de materiële en immateriële schade die is aangericht?
Tot slot benadrukt Jessurun dat zij volgens zowel nationale wetgeving als internationale mensenrechtenverdragen onschuldig is totdat een onafhankelijke rechter anders beslist. Zij spreekt de hoop uit dat dit fundamentele rechtsbeginsel uiteindelijk ook wordt gerespecteerd door de minister, de media en de politieke machtsstructuren die volgens haar nu de boventoon voeren.
| waterkant | Door: Redactie




































