• zondag 14 December 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Meer wetten, minder overzicht: Suriname bouwt zonder fundament

Meer wetten, minder overzicht: Suriname bouwt zonder fundament

| starnieuws | Door: Redactie

De wetgeving rond het openbaar bestuur in Suriname vertoont steeds meer een opvallend patroon: men maakt steeds meer wetten, maar krijgt steeds minder overzicht. Problemen worden niet integraal aangepakt, maar opgeknipt. Elk
ministerie werkt aan zijn eigen oplossing, elk beleidsprobleem krijgt een eigen wet en elk maatschappelijk knelpunt wordt juridisch afzonderlijk benaderd. Wat ontbreekt, is samenhang.Die fragmentatie in wetgeving is geen toeval, maar zit diep verankerd in de manier waarop Suriname zijn bestuursrecht ontwikkelt. In plaats van één samenhangend wettelijk kader voor het handelen van de overheid ontstaat een lappendeken van afzonderlijke wetten die elk een deel van het bestuursrecht regelen. Denk bijvoorbeeld aan:● De Wet Openbaarheid van Bestuursinformatie (WOB) (in voorbereiding / initiatiefwet): deze regelt het recht van burgers om overheidsinformatie op te vragen. In andere landen is dit een vast
onderdeel van het algemene bestuursrecht. In Suriname wordt het als losse wet behandeld, los van algemene regels over besluiten, termijnen en rechtsbescherming.● De Anti-Corruptiewet (Staatsblad 2017, no. 85): een belangrijke wet, maar volledig geïsoleerd vormgegeven. Integriteitsnormen, meldplichten en toezicht hadden logischerwijs onderdeel kunnen zijn van algemene bestuursrechtelijke normen die voor alle bestuursorganen gelden.● De Wet Kinderombudspersoon (2024): hiermee is een ombudsfunctie voor kinderen ingesteld. Tegelijk ontbreekt nog steeds een algemene ombudsman voor burgers. Klachtenafhandeling tegen de overheid wordt dus sectoraal geregeld, terwijl dit bij uitstek een generiek bestuursrechtelijk onderwerp is.● Voorgenomen klokkenluiderswetgeving: bescherming van melders van misstanden binnen de overheid wordt voorbereid als aparte wet, terwijl dit nauw samenhangt met bestuursrechtelijke beginselen als zorgvuldigheid, fair play en behoorlijk bestuur.● Decentralisatiewetgeving en regelgeving voor districtsbesturen: bevoegdheden, procedures en toezicht worden per bestuurslaag anders geregeld, zonder uniforme bestuursrechtelijke basisnormen.● Ambtenarenwetgeving en personeelsregelingen: het ambtenarenrecht, traditioneel een kernonderdeel van het bestuursrecht, is versnipperd over oude en nieuwe regelingen, zonder koppeling aan algemene regels over besluitvorming, bezwaar en rechtsbescherming.Op zichzelf zijn dit geen slechte wetten. Het probleem zit dan ook niet in de inhoud, maar in de constructie: elk van deze onderwerpen wordt afzonderlijk geregeld, terwijl ze allemaal raken aan dezelfde kernvraag: hoe mag de overheid handelen tegenover burgers?Wat Suriname mist, is een Algemene Wet Bestuursrecht: een kaderwet die de basisregels vastlegt voor alle overheidsoptreden. Denk aan uniforme regels over:● wat een bestuursorgaan/autoriteit is;● wat een besluit is;● wie als belanghebbende geldt;● welke termijnen gelden;● hoe bezwaar en beroep werken;● welke beginselen van behoorlijk bestuur altijd moeten worden gerespecteerd.Omdat zo’n kader ontbreekt, moet elke sectorwet deze vragen zelf (of helemaal niet) beantwoorden. Het gevolg: verschillende termijnen, verschillende begrippen, verschillende rechtsbeschermingsroutes en soms helemaal geen rechtsbescherming. Burgers die vastlopen bij een vergunning, een grondbesluit of een uitblijvende beslissing kunnen vaak niet eens in bezwaar. Zij zijn aangewezen op omslachtige civiele procedures, terwijl het probleem feitelijk bestuursrechtelijk is.Deze situatie is niet uniek. Nederland kende vóór 1994 exact hetzelfde probleem. Bestuursrechtelijke regels waren verspreid over tientallen wetten, met weinig samenhang. De oplossing was de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). Die wet bracht orde door eerst het kader te regelen en pas daarna de sectoren, maar vooral ook door het overheidshandelen te standaardiseren. Sindsdien worden milieu-, ruimtelijkeordenings-, socialezekerheids- en andere wetten ontworpen binnen dat kader. Het resultaat: meer rechtszekerheid, minder willekeur en beter bestuurbaar bestuur.Suriname lijkt nu precies het omgekeerde pad te bewandelen: eerst steeds meer sectorwetten maken en het fundament uitstellen.Dit handelen maakt de bestuurbaarheid van het land er niet gemakkelijker op. Elke nieuwe losse wet vergroot de complexiteit en het onsamenhangend functioneren van de overheid. Hoe langer wordt gewacht met een Surinaamse Algemene Wet Bestuursrecht, hoe moeilijker het wordt om alle regels later nog te harmoniseren. Fragmentatie raakt niet alleen juristen, maar ook beleidsmakers, uitvoerende ambtenaren en burgers. Het gebrek aan een centraal kader maakt het bestuur onvoorspelbaar, vergroot de risico’s op willekeur, informele besluitvorming en corruptie. De burger mist daardoor vooral effectieve rechtsbescherming.In lijn met het voornemen om het gehele systeem te veranderen staat Suriname ook in dit opzicht voor een principiële keuze. Blijven we losse wetten stapelen, of kiezen we eindelijk voor ordening? We moeten een Algemene Wet Bestuursrecht niet zien als bureaucratische luxe; zij is een randvoorwaarde voor goed bestuur. Het is nu noodzakelijk, omdat je eerst het fundament moet leggen en daarna de bouw moet laten volgen. Door alle nieuwe wetgeving te ontwerpen binnen een bestaand centraal kader ontstaat op duurzame wijze samenhang. Meer wetten zonder kader maken Suriname niet sterker.Jim A. Yardjuridisch bestuurskundige / wetgevingsjurist

| starnieuws | Door: Redactie