• dinsdag 30 December 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Het orakel van de zelfverklaarde waarheid

Het orakel van de zelfverklaarde waarheid

| starnieuws | Door: Redactie

Suriname lijkt een nieuwe traditie rijker: elke verkiezingscyclus brengt een nieuw orakel voort. Ditmaal is het een commentator die zichzelf presenteert als hoeder van democratische zuiverheid, morele maatstaf en constitutioneel geweten tegelijk.
Wie zijn betoog leest, krijgt de indruk dat niet de kiezer, maar de columnist zelf het laatste woord heeft over wat democratie zou moeten zijn. En precies daar wringt het staatsrechtelijk schoentje.Het betoog dat de VHP zich schuldig zou maken aan een "ondemocratische voorstelling van zaken", omdat zij zich in haar kerstboodschap presenteert als waakhond van de volkswil, is op zichzelf al een contradictio in terminis. In een representatieve democratie is iedere politieke partij, of zij nu regeert of in de oppositie zit, per definitie een drager van volksmandaat. Dat mandaat is niet gradueel moreel, maar constitutioneel. Het recht om zich
als hoeder van belangen te positioneren vloeit voort uit stemmen, niet uit goedkeuring van commentatoren.De schrijver verwart hier twee fundamenteel verschillende zaken: politieke legitimiteit en politieke waardering. Dat de VHP verkiezingen heeft verloren, betekent dat zij geen regeringsmacht heeft verkregen — niet dat haar mandaat is vervallen of moreel verdampt.Oppositie is geen strafbank, maar een essentieel onderdeel van het staatsrechtelijk evenwicht. Het suggereren dat een oppositiepartij zich terughoudend moet opstellen in haar zelfduiding, is juist een aantasting van het pluralistische karakter van de democratie. Daarbij wordt het begrip “verantwoordelijkheid” selectief gehanteerd. De auteur verwijt de VHP dat zij tijdens haar regeringsperiode niet alles heeft opgelost wat zij nu benoemt. Dat is geen analyse, maar een retorische valkuil: alsof falen of onvolledige resultaten automatisch elk toekomstig politiek standpunt diskwalificeren. Indien die redenering wordt doorgetrokken, dan zou geen enkele voormalige regeringspartij nog moreel gezag hebben om kritiek te leveren — een absurde conclusie die het parlementaire debat feitelijk zou ontmantelen.Ook de beschuldiging van “mythevorming” verdient nadere beschouwing. Politieke communicatie maakt per definitie gebruik van symboliek, narratief en duiding. Dat geldt evenzeer voor wie waarschuwt tegen vermeende hoogmoed als voor wie hoop articuleert.Het verschil tussen mythe en overtuiging wordt niet bepaald door persoonlijke smaak, maar door de mate waarin een boodschap aanspraak maakt op absolute waarheid. Ironisch genoeg is het juist de criticus die zichzelf tot arbiter van waarheid verheft, en daarmee precies dat doet wat hij de ander verwijt.Het gebruik van religieuze beeldspraak wordt in het betoog selectief geproblematiseerd.Wanneer politieke actoren verwijzen naar waarden als hoop, licht of moreel kompas, is dat geen staatsrechtelijke ontsporing maar een culturele realiteit in een samenleving waar religie — in diverse vormen — een publieke rol speelt. Dat wordt pas problematisch wanneer religie wordt ingezet om staatsmacht te legitimeren of uit te sluiten. Daarvan is in dit geval geen sprake. Een kerstboodschap is geen beleidsnota, en evenmin een staatsrechtelijk document.Ten slotte is het opmerkelijk hoe gemakkelijk het woord “misleiding” wordt gebruikt. In een rechtsstaat is misleiding geen kwestie van interpretatie, maar van aantoonbare onwaarheid.Dat iemand een andere lezing geeft van politieke gebeurtenissen, maakt die lezing niet automatisch ondemocratisch of gevaarlijk. Integendeel: het bestaan van concurrerende interpretaties is de essentie van democratie.Wie werkelijk begaan is met democratische cultuur, zou voorzichtig moeten zijn met het claimen van morele superioriteit en met het wegzetten van politieke tegenstanders als mythebouwers of manipulators. De democratische rechtsstaat gedijt niet bij morele monopolieposities, maar bij pluralisme, zelfreflectie en de erkenning dat waarheid in de politiek zelden exclusief bezit is.Misschien is dat de ware kerstgedachte: niet het verheffen van het eigen gelijk tot dogma, maar het verdragen van verschil zonder het te demoniseren. Dat vraagt meer moed dan het schrijven van een veroordelende column.K. (Chinta) Ramdhan

| starnieuws | Door: Redactie