
OM in hoger beroep tegen vonnis rond gunning Van ’t Hogerhuysstraat
data-end="1826" data-start="1448">Farsi Khudabaks, directeur van aannemingsbedrijf Baitali, reageert verrast op het hoger beroep: “Ik was nog niet op de hoogte, maar we gaan dit zorgvuldig met onze advocaat bespreken.” Hij benadrukt dat het beroep vertraging veroorzaakt bij de aanpak van een deel van de straat dat momenteel onbegaanbaar is. “Desondanks hebben wij een sterke zaak,” aldus Khudabaks.Baitali was een van de inschrijvende partijen voor het project, dat wordt gefinancierd door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) en een waarde heeft van US$ 23 miljoen. Hoewel het bedrijf de laagste inschrijving deed, ging de opdracht naar Kuldipsingh. Baitali stapte daarop naar de rechter en kreeg gelijk.
Rechter vernietigt gunning en wijst op onterechte afwijzing
Volgens het ministerie voldeed Baitali niet aan de gestelde voorwaarden. De rechter oordeelde echter dat de negatieve beoordeling van Baitali ten onrechte was en verwierp alle zes verweerpunten van OW. De rechter beval:
- Intrekking van de afwijzingsbrief aan Baitali;
- Intrekking van het besluit op Baitali’s bezwaar;
- Intrekking van de gunning aan Kuldipsingh;
- Schorsing van het reeds gesloten aannemingscontract met Kuldipsingh;
- Herbeoordeling van Baitali’s inschrijving conform het vonnis.
OM betwist rechterlijke uitspraak
Het OM verzet zich nu tegen deze uitspraak en probeert via hoger beroep het vonnis ongedaan te maken. De zaak krijgt daarmee een vervolg op een hoger juridisch niveau, terwijl de geplande werkzaamheden aan de Van ’t Hogerhuysstraat voorlopig opnieuw stilliggen.