
Op weg naar Beijing: tussen trolleys vol Suriname en een stille stad
| starnieuws | Door: Redactie
Zondag 17 augustus, Zanderij Airport. Nederlanders van Surinaamse afkomst slepen trolleys, tassen en zakken vol stukjes thuis mee. Eerst zijn de karren leeg,
In slechts 24 uur tijd reis ik over drie continenten: begonnen in Latijns-Amerika, met de warme invloed van het Caribisch gebied voelbaar in
Na tien en een half uur vliegen landen we op dinsdagochtend in Beijing. Ik had een bruisende luchthaven verwacht, maar het is opvallend stil. Kay-Marie en ik kijken elkaar aan met dezelfde gedachte. Misschien is het tijdstip – net na acht uur ’s ochtends – verantwoordelijk voor die serene rust. Het contrast met Schiphol, waar het altijd gonst van activiteit, is groot.
Na tien uren op Schiphol, begint de aansluitingsvlucht naar Beijing, China.Na een strenge douanecontrole wacht onze ophaler al met een naambordje. We stappen in een bijna geluidloze, elektrische bus en rijden langs de stad vol kleurrijke rozenperken. Rode, roze, gele rozen in keurige perken langs de weg, niemand die er ook maar aan denkt er een te plukken. "In Suriname zouden ze allang zijn gestolen," merk ik op. "Bij ons ook," zegt Kay-Marie lachend. Hier heerst een ander respect, een andere discipline.Langs straten met strak onderhouden parken zien we senioren actief bezig: dansende vrouwen in groepjes, mannen geconcentreerd aan tafeltjes met bordspellen, anderen rekken zich uit of spelen een balletje. Het is vroeg in de ochtend, maar de energie spat ervan af.Na een half uur 'zweven' in onze geluidloze bus - voorzien van koffie, thee en water- doemen de hoge gebouwen van Beijing op. We arriveren bij het diplomatieke wooncomplex Jianwai in het Chaoyang-district, hartje Beijing. De ontvangst is warm. Appartementen worden toegewezen, we settelen ons.Na een verkwikkende douche en wat rust, ga ik met de shuttlebus naar Wumart om voorraden in te slaan. Kay-Marie is in slaap gevallen, dus mist ze het eerste bezoek aan de supermarkt. In de bus ontmoet ik collega’s uit Bangladesh, Turkije, Mexico, Brazilië en Guatemala. Bij aankomst stuiven velen door naar de schoonmaakafdeling. De rekken met bezems, moppen, handschoenen en schuursponsjes zijn snel leeg. Reinigingsmiddelen zijn lastig te ontcijferen met Chineestalige etiketten, maar met Google Translate en VPN lukt het.De fruitafdeling is een lust voor het oog – en voor de smaakpapillen. In de specerijenafdeling voel ik me als een kind in een snoepwinkel. Soeng Njie in Beijing, hier kan ik mijn hart ophalen. Lee Kum Kee, hoor ik Mikel nog vertellen. Ik wijs mijn collega’s de weg tussen bekende pakjes en flessen.Er is maar één soort boter en die is prijzig, we laten het liggen. Betalen gaat in yuan, met Visa of Alipay. Onze begeleiders schieten te hulp met hun Alipay; we zullen later afrekenen. Voor plastic zakken betaal je hier; een simpele kost 1,2 yuan, een iets stevige 3 yuan. Gratis tasjes zoals bij omoe thuis zijn er hier niet.In de bus terug is het gezellig. Niet iedereen had gedacht aan zout of suiker, iets om over na te denken bij het koken. Brood zonder boter gaat wel, maar ei zonder zout...? Terug in het wooncomplex vertrekken we ieder met onze inkopen naar ons eigen appartement. Het schoonmaken en koken kan beginnen.Voor wie niet kan koken of wassen, worden tips uitgewisseld. Het belooft een leerzame tijd te worden.De volgende dag, woensdag, komen meer collega’s aan, waaronder Nisha uit Grenada. Met z’n drieën maken we het gezellig. Nog twee Caribische collega’s volgen: Dominica, die zijn vlucht naar Amsterdam miste, en Jamaica, die vrijdag arriveert. Op donderdag gaan we weer naar Wumart om boodschappen aan te vullen. Het beeld van gisteren herhaalt zich. Maar eerst gaan we in groepen naar de Bank of China om dollars om te wisselen, en daarna naar de telecomwinkel om een simkaart van ChinaCom te kopen — essentieel voor apps die we hier zullen gebruiken in de komende vier maanden. WeChat had ik al thuis geïnstalleerd met de hulp van Anna van de Chinese ambassade.’s Avonds trekken we met collega’s uit Bangladesh en Turkije de stad in. Tanzil van Bangladesh had een helder idee: misschien heeft 7-Eleven een bezem? Helaas niet. We struinen verder door schone straten op weg naar McDonald’s. Om de straat over te steken, nemen we een ondergrondse tunnel. Bij McDonald’s is het een bekend beeld, een komen en gaan van bestellingen. Met wat uitleg, wijzen op de menukaart en gebarentaal krijgen we wat we willen. Junkfood is niet mijn favoriet; ik blijf liever bij mijn eigen pot.De stad voelt rustig en sereen als we teruglopen. Geen lawaai, alleen het geluidloze zoeven van elektrische auto’s en e-bikes. De koele avondlucht omhelst ons, terwijl de hoge gebouwen zacht verlicht zijn en een warme gloed uitstralen. Mijn hoofd zit vol indrukken, bijna te veel om te bevatten. Eén ding is zeker: ik ga met volle teugen genieten van Beijing, van de mensen, de cultuur en hun gastvrijheid.
Indra Toelsie
| starnieuws | Door: Redactie