
Historisch moment: Proclamatie van het Nationaal Instituut voor Geschiedenis en Cultuur
| cds | Door: Redactie
In een sfeervolle bijeenkomst in het Lala Rookh-gebouw is het Nationaal Instituut voor Geschiedenis en Cultuur (NIGC) officieel geproclameerd op dinsdag 15 juli 2025. Toenmalig minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Henry Ori, sprak in het bijzijn van gewezen president Chandrikapersad Santokhi, wetenschappers, cultuurdragers en studenten van een historische mijlpaal voor Suriname.
De oprichting van het NIGC valt samen met het vijftigjarig jubileum van de Surinaamse staatkundige onafhankelijkheid. Volgens de gewezen minister is er geen beter moment denkbaar om de proclamatie van dit instituut te laten plaatsvinden. Het NIGC is volgens Ori geen vanzelfsprekendheid, maar het resultaat van jarenlange bezinning,
Ori benadrukte dat de Surinaamse geschiedenis te vaak is verteld door anderen, vanuit buitenlandse perspectieven. Het is tijd voor wat hij noemt de dekolonisatie van de geest. Dat vraagt om een nieuwe manier van denken, waarbij Surinamers zelf het verhaal over hun verleden, heden en toekomst vertellen. Het instituut moet bijdragen aan het herschrijven van de geschiedschrijving, vanuit de eigen context en met erkenning van inheemse kennis, orale tradities en onderbelichte
Het Nationaal Instituut voor Geschiedenis en Cultuur zal zich inzetten voor wetenschappelijk onderzoek naar de Surinaamse geschiedenis, cultuur en erfgoed. Het werk zal zich uitstrekken van prekoloniale tot postkoloniale tijden, waarbij zowel materiële als immateriële cultuur aandacht krijgen. Daarbij gaat het niet alleen om archieven, maar ook om muziek, mondelinge overleveringen, rituelen, gemeenschapsstructuren en culturele expressievormen. De samenwerking met gemeenschappen is daarbij essentieel.
In zijn toespraak maakte Ori duidelijk dat het werk van het instituut niet op zichzelf staat, maar stevig verankerd moet worden in het onderwijs. “Wat wordt onderzocht, moet ook terug te vinden zijn in schoolboeken, lesmaterialen en culturele activiteiten voor jongeren. Op die manier wordt geschiedenis geen statisch vak, maar een levendige dialoog waarin jongeren hun wortels leren kennen en leren denken vanuit een Surinaams perspectief.”
Een ander belangrijk aandachtspunt is het zichtbaar en toegankelijk maken van het erfgoed van alle bevolkingsgroepen in Suriname. Dat erfgoed – vastgelegd in liederen, gebouwen, kunstvormen, gebruiken en verhalen – vormt volgens Ori de basis voor een gedeelde nationale identiteit. Het NIGC zal zich dan ook actief inzetten voor het behoud, de digitalisering en de ontsluiting van dat erfgoed in samenwerking met onder meer de Anton de Kom Universiteit, het Nationaal Archief, culturele organisaties en internationale partners.
De toespraak werd afgesloten met een krachtige oproep aan alle Surinamers om actief deel te nemen aan dit nieuwe kennisplatform. In zijn woorden: “Laat ons samen bouwen aan een instituut dat ons versterkt, onze zelfwaardering voedt en ons verenigt in plaats van verdeelt.”
| cds | Door: Redactie