• vrijdag 04 July 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

VIER JAAR CEL VOOR ONTVOERDER VAN MILITAIR RODNEY CAIRO

| united news | Door: Redactie

Fotocompilatie: Militair Rodney Cairo op de voorgrond; op de achtergrond het identificatiebewijs van de veroordeelde Nederlander Imro Miedema.

De Nederlander Imro Miedema is deze week door de rechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar voor zijn rol in de gijzeling en poging tot ontvoering van militair Rodney Cairo, in de nacht van 15 op 16 april 2020. Het Openbaar Ministerie had acht jaar cel geëist.

Uit het onderzoek ter zitting bleek dat de opdracht tot de ontvoering afkomstig was van de toenmalige directeur van het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV), Danielle Veira. Kantonrechter Lydia Ravenberg bestempelde de actie als een “zeer illegale

operatie”, aangezien Veira de bevoegdheid miste om een dergelijke opdracht te geven. De DNV heeft geen algemene opsporingsbevoegdheid, mag geen arrestaties verrichten, en is uitsluitend belast met het verzamelen van inlichtingen ten behoeve van de staatsveiligheid, die zij waar nodig moet doorspelen aan justitiële autoriteiten.

Veira’s verklaring als getuige, dat zij geen opdracht had gegeven om de woning van Cairo binnen te dringen, werd door rechter Ravenberg als “een leugenachtige verklaring” bestempeld.

Miedema had namelijk bij zijn aanhouding, terwijl de gijzeling nog gaande was, politieagenten verteld dat hij lid was van de DNV en in opdracht van Veira de operatie uitvoerde met

vijf andere DNV-medewerkers. Hij verzocht de agenten dit telefonisch bij Veira te verifiëren.

De toenmalige korpschef van politie, Roberto Prade, verklaarde voor de rechter dat hij tweemaal door Veira was gebeld terwijl politieagenten ter plaatse waren. Zij verzocht hem de agenten weg te sturen, zodat haar manschappen de operatie konden voortzetten en de locatie konden verlaten. Prade gaf vervolgens het Robuust Bestrijdingsteam (RBT) en het Arrestatieteam opdracht zich terug te trekken. Volgens de kantonrechter maakt Prades verklaring het “aannemelijk dat de operatie in opdracht of bevel van Veira was uitgevoerd.”

Het onderzoek bracht aan het licht dat in opdracht van Veira een valstrik voor Cairo werd opgezet met behulp van drie Braziliaanse vrouwen. Zij klopten midden in de nacht aan bij de militair en vroegen of zij in zijn woning mochten overnachten, gezien de COVID-19-lockdown en hun angst om op straat te worden opgepakt. De militair liet de vrouwen binnen, waarna hij een slok whisky kreeg aangeboden uit een fles die zij meebrachten. Kort daarna voelde hij zich onwel en moest overgeven.

Toen hij in de slaapkamer op zijn bed lag, drongen vier zwaarbewapende, gemaskerde en in het zwart geklede mannen het huis binnen. Cairo kreeg een klap tegen zijn oog, vermoedelijk met de kolf van een vuurwapen, waarna een lap over zijn hoofd werd gegooid en met ducttape om zijn nek werd vastgemaakt. Ook zijn handen en voeten werden vastgebonden met ducttape. Toen de mannen het slachtoffer uit zijn woning naar een gereedstaand voertuig droegen, arriveerde de politie, gealarmeerd door een buurtbewoner die een roofoverval meldde. Bij het zien van de politie brachten de gewapende mannen het slachtoffer weer naar binnen. Nadat Veira met Prade had gebeld en de politieagenten zich hadden teruggetrokken, verlieten de indringers de plek, maar namen de telefoons van het slachtoffer mee. De drie Braziliaanse vrouwen vertrokken eveneens.

Volgens rechter Ravenberg wees het onderzoek uit dat het motief voor de opdracht van Veira was dat Cairo van plan was informatie over haar openbaar te maken tijdens een aangekondigde livestream op Facebook.

Het onderzoek toonde tevens een nauwe en bewuste samenwerking aan tussen Miedema en de anderen om het slachtoffer te gijzelen en te ontvoeren. Zij pleegden op meerdere momenten voorbereidingshandelingen, waaronder het inzetten van de Braziliaanse vrouwen om Cairo in de val te lokken.

Van een ambtelijk bevel, zoals Miedema’s advocaten in hun pleidooi aanvoerden, was volgens de rechter absoluut geen sprake. De actie vloeide niet voort uit een rechtmatig gegeven bevel. De toenmalige DNV-directeur was niet bevoegd om opdracht te geven tot huisvredebreuk, huiszoeking of arrestaties, aangezien de DNV een inlichtingendienst is. “Het valt niet onder haar taak. DNV heeft geen algemene opsporingsbevoegdheid. Het moet slechts inlichtingen verzamelen,” aldus de magistraat.

Zij wees er verder op dat Miedema bij zijn aanhouding geen DNV-legitimatiebewijs kon overleggen en ook niet in de registers van deze inlichtingendienst als lid voorkwam. “Deze actie was een zeer illegale actie,” concludeerde Ravenberg.

De rechter veroordeelde de verdachte als medepleger van vrijheidsberoving, diefstal middels geweldpleging en huisvredebreuk. Ze voerde aan dat het slachtoffer een trauma aan het incident heeft overgehouden en zich uit vrees enige tijd in het binnenland heeft schuilgehouden. Zijn veiligheidsgevoel is ernstig geschonden en er is inbreuk gepleegd op zijn privacy en lichamelijke integriteit. Bovendien heeft Miedema geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelingen en is hij op de vlucht geslagen voor justitie. Om deze redenen werd hij veroordeeld tot vier jaar celstraf met bevel tot onmiddellijke gevangenneming.

UNITEDNEWS

| united news | Door: Redactie